Download de tekst als pdfDe Goudkust na de slavenhandel
Plannen om de Nederlandse bezittingen
ter Kuste van Guinea rendabel te maken

 
Dirk van der Meer
augustus 1990
 
________________________________________
Doctoraalscriptie
onder begeleiding van Dr. J. van Goor, afdeling Geschiedenis van het kolonialisme, de dekolonisatie en ontwikkelingsvraagstukken.
Vakgroep Geschiedenis, Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit te Utrecht
 
________________________________________
SAMENVATTING
Sinds het einde van de slavenhandel, rond 1800, hadden de Nederlandse forten aan de Goudkust (Ghana) geen economische betekenis meer. Tot aan de overdracht van de bezittingen aan Engeland in 1872 zijn er enkele pogingen gedaan om de verliesgevende kolonie rendabel te maken, namelijk het aanleggen van plantages, het werven van soldaten voor dienst in Nederlands Indië en het ontwikkelen van een goudmijn in de jaren 1840.
De geschiedenis van deze goudmijn wordt geschetst op basis van archiefonderzoek in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag.

________________________________________

INHOUD

 

           Kaart van de Goudkust rond 1840    3
         Inleiding    4

DEEL 1  DE NEDERLANDSE BEZITTINGEN EN DE GOUDKUST

               

 I       Het einde van de slavenhandel     6

 II      De Nederlandse forten aan de Goudkust    8

 III     De Afrikanen “onder de forten”     12
 IV     De mulatten: tussen Europeanen en Afrikanen    16

 V      Relatie met andere Europeanen    20
 VI     Relatie met het binnenland: Ashanti     24

 VII    De Goudkust: het graf der blanken     27

DEEL 2  PLANNEN EN POGINGEN OM DE KOLONIE RENDABEL TE MAKEN

VIII    Gouverneur Daendels: kolonisatieplannen   31
 IX     Werving van soldaten voor het Indische leger   37
 X      Goudwinning aan de Goudkust     44
Fort Batenstein te Boutrij. Uit: Schetsen van Afrika's westkust.
         Conclusie    65
         Archief   69
         Literatuur    70

________________________________________
DOWNLOAD DE VOLLEDIGE TEKST HIER (PDF)